terug naar het overzicht

Algemene Beschouwingen Gemeente Muiden 2002 D66.

Voorzitter!

De voorliggende begroting is ruwweg op te delen in:
een buitengemeentelijk deel: (1) uit te splitsen in geheel door het Rijk bepaalde uitgaven en inkomsten en uitgaven die in samenwerkingsverband worden gedaan zoals bij de GAD, en
(2) een autonoom gemeentelijk deel: inkomsten en uitgaven die voortvloeien uit "oud" beleid en nieuw beleid.

Het Raadsprogramma weerspiegelt het nieuwe beleid. De prioriteiten weerspiegelen nog niet geheel de prioriteiten van D66; ik kom daar straks op terug. Reeds nu wil ik aangeven dat het Raadsprogramma vooral een spoorboekje is waarin staat wanneer beleidsvoorstellen voor de globaal omschreven doelen opgeleverd worden. De invulling is (dus) open voor politieke discussie en beoordeling. Vanuit D66 kunt u rekenen op een beoordeling van beleidsvoorstellen op:

maatvoering: uitgangspunt is de mens en de schaal van de gemeenschap waarin wij leven;
democratisch gehalte van de voorstellen en de wijze waarop ze tot stand komen
transparantie en
uiteraard op milieu- vriendelijkheid.

Dit alles onder randvoorwaarde van financiele soliditeit.
Vanuit deze optiek kijken wij met enige zorg naar de financiele situatie van de Gemeente.

Beleid van buitenaf zorgt voor een van de grootste groeiposten, nl. de Brandweer. De extra kosten van de Brandweer worden doorbelast aan de burger. Op zich is daar gezien de toename van de professionaliteit wat voor te zeggen; de toenemende complexiteit van de samenleving trekt ook op dit gebied een wissel. Wel verwacht ik dat er vanuit het College actief gezocht wordt naar middelen om opbrengsten te zoeken uit de activiteiten van de Brandweer, b.v. vanuit verzekeringen, preventie e.d. of kosten te besparen door inschakeling van capaciteit van de Brandweer bij beleidsvorming.

Ten aanzien van de GAD dient er een norm (noem het een benchmark) gevonden worden om de kosteneffectiviteit van deze instelling te meten.

Een andere "groeipost" wordt gevormd door de investeringen in de riolering. Onze fractie is overtuigd van de noodzaak daartoe en waardeert de inspanningen gedaan door het College om andere beleidsterreinen (zoals duurzaam veilig) op een juiste manier te vervlechten met de oplossing van dit probleem. Ook heeft mijn fractie hoge verwachtingen ten aanzien van het ontwikkelde monitoring- systeem waardoor openbare werken in een goede samenhang kunnen worden uitgevoerd.

Maar alle positieve gevoelens ten aanzien van de voorstellen nemen de bittere smaak niet weg die het "oude beleid" inzake met zich meebrengt. Door stelselmatig te weinig uit te geven en/ of doelreserveringen te doen voor de riolering zijn de generale reserves opgelopen. Maar zoals nu blijkt kunstmatig!

Het voorstel van het College houdt in dat de lasten van uit het verleden nu volledig voor rekening van de belastingbetaler van nu komen. Onze fractie is van mening dat voor zover er onvoldoende gereserveerd is in het verleden, de reserves de aangewezen financieringsbron zijn. Een eventuele verhoging dient daarna berekend te worden.

Niet dat D66 het belang van deze reserves als generator van opbrengsten wil onderschatten, maar dit dan wel in de vorm van "eigenlijke reserves".

Achter de reserves schuilt nog een ander aspect. Studenten die van mij een opdracht krijgen om een bedrijfsanalyse maken, noemen vaak grote reserves een "sterkte" van de onderneming. Ik reken dat fout want achter de reserves kan een gebrek aan inzicht van de ondernemingsleiding zitten om die gelden in te zetten voor activiteiten die een hoger rendement opleveren dan beleggingsopbrengsten. Dus of er wordt zinvol geinvesteerd of er wordt aan de aandeelhouders teruggestort zodat zij zelf kunnen bepalen waar zij hun geld in willen beleggen.

Door het ontbreken van enig economisch plan (het desbetreffende hoofdstuk is geheel leeg) is er geen inzicht hoe de Gemeente activiteiten kan ontwikkelen die direct of indirect leiden tot hogere inkomsten en zelfs zonodig van de toename van de reserves.
Havenbeleid, een goed accomodatiebeleid en cultuurbeleid kunnen de locale economie versterken b.v. door hoogwaardige activiteiten op het gebied van cultuur, kleinere congressen en seminars. Activiteiten die een vliegwieleffect kunnen hebben op de locale Horeca, Middenstand, Bruine Vloot, Muiderslot en Pampus. Dit dus vooral in Muiden. In Muiderberg is het zaak om de Middenstand te versterken, b.v. door een goede aanpak van de Dorpsstraat, G.H. Heinzeplein en het gebied bij de Oranje Nassauschool. Maatregelen die vanwege de complexiteit en de belangen snel ter hand moeten worden genomen. Dit des te meer daar de veiligheid aldaar daarmee gediend kan worden.

Ook om deze economische redenen doe ik weer mijn pleidooi om meer "managementinformatie" te verschaffen over kosten en opbrengsten van activiteiten. De toezegging van de portefeuillehouder om daadwerkelijk hiermee aan de slag te gaan stemt ons positief.

Op dit moment levert het ontbreken daarvan een aantal serieuze problemen op. D66 stelt voor wat betreft de doelbelastingen het profijtbeginsel, d.w.z. de vervuiler betaalt, voorop (met waar nodig de hantering van een hardheidsclausule); voor wat betreft een bijdrage aan het algemene deel van de uitgaven het draagkrachtbeginsel. De OZB is in de opzet gerelateerd aan draagkracht en geeft daardoor ruimte aan het solidariteitsbeginsel. Een ijking op de uitwerking van deze beginselen is praktisch onmogelijk omdat de herkomst van de opbrengsten (wie draagt wat bij) en de effecten van herverdeling door de uitgaven (wie krijgt wat terug) niet of nauwelijks mogelijk is.

Mijn fractie vraagt het College te ijken aan deze beginselen voor in het volgende jaar tot verhogingen over te gaan. Voor het huidige jaar accordeert mijn fractie de verhoging OZB voor uitsluitend dit jaar, maar met de uitdrukkelijke opdracht aan het College zorg te dragen voor het gevraagde inzicht en de opdracht te zoeken naar andere wegen om opbrengsten te genereren.

De voorgestelde jaarlijkse verhoging die uitmondt in een verhoging van meer dan 30% voor de OZB over de gehele raadsperiode, vergt dus nadere bezinning, met als slotopmerking dat het nieuwe beleid uiteraard ook zijn kosten, zij het gematigde kosten, met zich meebrengt. Om het zicht te houden op de uitgaven en eventuele opbrengsten van nieuw beleid verzoekt onze fractie om inkomsten en uitgaven voor nieuw beleid apart, te boeken in samenhang met de daarvoor gereserveerde bedragen. De Raad kan op deze wijze de kosten gepaard gaand aan het Raadsprogramma verantwoorden.

Tot zover het Algemene Deel van deze beschouwingen.

Ik wil nu een aantal beleidsterreinen kort behandelen:

Verkeer

Onder het motto van versterking van de economie is de Dorpstraat al aan de orde gekomen. Gezien de belangen aldaar mede in het licht van de verkeerssituatie bij de Oranje Nassauschool vragen om vroegtijdig handelen van het College op zijn laatst op te starten in het eerste kwartaal van 2003.

Voor wat betreft de situatie bij de Sluis dient de vinger aan de pols gehouden te worden.

De openbare aanbesteding van de Doseer- installaties leveren vertraging op in de uitvoering en dus het risico van overlast als het weer slechter wordt, met name in Muiderberg. Voor de winter dienen er maatregelen genomen te worden om problemen te voorkomen.

De wens van veel bewoners uit Muiderberg om de weg door het Naarderbos te kunnen blijven gebruiken heeft geleid tot een brief over dit onderwerp. De argumenten in deze brief zijn niet erg steekhoudend, behoudens hetgeen gesteld wordt over de situatie met betrekking tot de A6.
Op andere gronden is er wel iets te zeggen voor de wens van de klagers.
Deze wens komt er op neer om voor regionaal verkeer gebruik te kunnen maken van het onderliggende verkeersnet. Het net wat daartoe bestemd is.
De problemen op het onderliggende net vloeien voort uit het gebrekkig functioneren van lange afstandsverbindingen. Dat er daarom maatregelen genomen moeten worden is helaas onvermijdelijk, echter deze moeten natuurlijk wel zoveel als mogelijk het oorspronkelijke doel van de regionale wegen in tact laten. Dit zonder inbreuk te maken op getroffen maatregelen en/ of zeer hoge kosten te maken.
Uw schrijven aan B&W van Naarden past deels in dit stramien. Onze fractie is echter van mening dat het College de oproep aan de gemeente Naarden breder moet maken. Namelijk te onderzoeken hoe aan het uitgangspunt van goed gebruik van het onderliggende wegennet tegemoet kan komen worden. Andere mogelijkheden zouden hierbij kunnen zijn de weg aan de noordkant van de Naardervaart/ Ventweg langs de A6 en/ of Googweg/ de weg aan de zuidkant van de Naardervaart.
Andere alternatieven zijn mede gewenst omdat de weg door het Naarderbos bedoeld is voor het recreatiegebied.

Tot slot van dit onderwerp: het lawaai van de Vechtbrug. Een aantal burgers uit onze gemeente hebben het initiatief genomen om in overleg te treden met Rijkswaterstaat over de problemen met deze brug. Bij Rijkswaterstaat bleek een grote bereidheid aanwezig om aan een oplossing te werken. Er is nu geen tijd om daarover uit wijden, echter ik doe hier bij het verzoek aan de Portefeuillehouder om deze initiatieven te ondersteunen. Dit is "voor ieders belang". Indien de geluidsoverlast, de wettelijke normen overstijgt, ontstaat er een zogenaamde saneringssituatie, waarbij zo stelt Rijkswaterstaat de Gemeente verantwoordelijkheid draagt om dit te realiseren. Ook al worden de directe kosten verhaald; de indirecte kosten als gevolg van belasting van het ambtelijk apparaat zullen zeer belastend zijn op zijn zachtst gezegd.

Milieu/ Groenbeleid

Om milieubeleid goed te kunnen vormgeven is het nodig dat het beleid in nauwe samenwerking met de portefeuillehouders belast met Ruimtelijke Ordening, Verkeer en Economische zaken en andersom dat de portefeuillehouder van milieuzaken nauw betrokken is bij de beleidsontwikkeling op deze gebieden. Het is nog niet mogelijk reeds nu te evalueren of dit voldoende geschiedt. Echter onze fractie acht het wenselijk dat bij de presentatie van de plannen met een wezenlijk milieu- effect de inbreng van de verschillende portefeuillehouders verantwoord wordt.

Het groenbeleid is zoals door de collega's van de PvdA reeds eerder is aangegeven meer dan onderhoud alleen. Het vergt een goede opzet, waarbij randvoorwaarden vooraf gedefinieerd zijn.
Voor wat betreft het onderhoud aan het groen, menen wij begrepen te hebben dat de portefeuillehouder de toestand op de Brink op korte termijn zal onderzoeken en waar nodig snel maatregelen te nemen. Gaarne vernemen wij of dit juist is.

Tot slot een schot voor de boeg: dat alternatieven overwogen worden om onkruid te bestrijden prima, als het alternatief maar niet de gifspuit is.

Handhavingsbeleid

Bij D66 staat voor een geloofwaardig handhavingsbeleid. Dat is wat anders dan een "zero tolerance" beleid. Strafrechtelijk ingrijpen is het laatste middel, wat echter als het toegepast wordt ook raak moet zijn. Preventie staat voorop, b.v. door voor je iets verbiedt probeert tot goede afspraken te komen. In dat kader heeft onze fractie zich verbaast over de initiatieven van het CDA op het gebied van Kite- surfen. Van de erven van Abraham Kuijper had ik toch meer vertrouwen verwacht in de heilzame werking van soevereiniteit in eigen kring. Bij de evaluatie van het beleid inzake zal daar op terug gekomen worden. Strekking van deze opmerking is vooral dat je door meer zaken onder het strafrecht te brengen de handhaving zelf onder druk zet.
Dit steekt te meer daar er wel invloed is op de prioriteiten van de Politie is, maar dat direct en zeker bij korte termijn kwesties bijsturing daarvan zeer moeilijk is. Het handhavingsbeleid kent daarmee een eigen dynamiek die zich voor een belangrijk deel buiten de Raad afspeelt. Weten wij hoeveel uren inzet er van de politie voor onze gemeente is geweest? Weten wij of wij relatief dure of relatief goedkoop aan onze inzet komen? Weten wij of er door wat te schuiven in prioriteiten het rendement voor onze doelstellingen aanmerkelijk omhoog gaat?a Op al deze vragen is het antwoord nee! En het zou ja moeten zijn. Aan meer transparantie op dat gebied moet worden gewerkt.

Jeugdbeleid

Ik schakel door naar jeugdbeleid, aangezien veel vraag naar handhaving het gedrag van de jeugd betreft. Ook hier geldt, dat als er gehandhaafd wordt, dit beleid oom weer raak moet zijn. Ook hier dient preventie voorop te gaan. Moderne psychologische inzichten maken het mogelijk om vroeg risico- groepen te signaleren. Beleid in samenspraak met scholen, ortho- paedagogische instituten, politie kan en moet ontwikkeld worden. Beleidsontwikkeling is natuurlijk niet uitsluitend een functie van de gemeente, maar in de regievoering kan er veel gedaan worden. Dit te meer daar de gemeente via jongerenwerk, breedtesport en de stimulering van andere activiteiten er voor kan zorgen dat verveling als bron van baldadigheid kan worden terug gedrongen. Daarbij is het zaak zo vroeg mogelijk meelopers van de leiders te scheiden. Zoals gezegd niet uitsluitend gemeente taken.
Het valt - kijkend naar het vorige - overigens op dat ernstige problemen in de ontwikkeling van Jongeren kennelijk tot vraag om beleid leidt. Wellicht dat het goed is ons te bezinnen, hoe een samenleving in algemene zin de ontwikkeling van jongeren bevordert en wat de rol van de gemeente daarin kan of moet zijn. In dat kader zien wij gaarne de notitie van de portefeuillehouder hierover tegemoet.

Communicatiebeleid

De bal wordt door het college terug gelegd bij de Raad. Dat is op zich niet erg zolang dat maar niet begrepen hoeft te worden als "jullie maken maar een plan en daar is in ieder geval 18.000 euro voor". Interactie tussen Raad en College enerzijds en raadpleging bij de Burgerij anderzijds moeten leiden tot een goed plan en uiteraard de implementatie daarvan. Voor wat betreft de kosten: laatstejaars Heao'ers van de communicatie richting kunnen afstuderen op het maken van zo een plan. Dus naast hetgeen "zelf" gedaan wordt, is het mogelijk om zeker in een eerste fase veel ondersteuning naar binnen te halen tegen geringe kosten. Daarnaast telt Muiden zeer veel professionals op dit gebied, die vanuit hun deskundigheid wellicht een bijdrage aan de beleidsontwikkeling willen geven.

Last but not least Economie en de Haven.

Kijkend naar de gang van zaken rond de haven dan valt op dat de gunstige ligging van Muiden niet tot een bijpassende economisch activiteitenniveau leidt en overvalt mij het gevoel dat dit veel beter zou kunnen, zonder dat het "Volendam" scenario hierbij opgeld doet. Wat dat betreft lijkt de vloek dat Muiden "en niet zal becliven" nog steeds zijn werking niet heeft verloren. Natuurlijk speelt daar de moeilijke ontsluiting naar de Westbatterij een rol, maar er zullen nu toch scenario's met betrokkenen moeten worden ontwikkeld voor het heden (wat kan er nu al) en voor de toekomst. Het zou goed zijn als wij daadwerkelijk toegevoegde waarde bieden voor de Watertoeristenbelasting. En als wij het goed doen dan leveren wij zoveel toegevoegde waarde dat dit leidt tot aanmerkelijke opbrengstenstroom, in plaats van een straaltje.

Dank u wel!
terug naar het overzicht

U kunt uw bijdrage zenden of opmerkingen kwijt door op de onderstaande envelop te klikken
U belandt dan op ons reactie formulier: