terug naar het overzicht
bewerkt: 22 juli 2001 - 24 juli 2001

de CRAAG-Studie


De CRAAG-Studie (CRAAG = Corridor Amsterdam Almere - 't Gooi) houdt zich bezig met het ontwikkelen van één of meedre voorstellen voor het oplossen van de verkeersproblematiek op de A1-A6-A9 in deze omgeving.
De studie wordt uitgevoerd door Rijkswaterstaat, loopt al jaren, en heeft natuurlijk grote invloed op Muiden en een eventuele aanleg van een aquaduct. De CRAAG-Studie heeft nu ook zijn eigen website www.craag.nl en met behulp hiervan is heden, 22 juli 2001, de volgende samenvatting gemaakt:
Wilt u weten in welke varianten een aquaduct voorkomt? klik hier


Totale kosten Aquaduct: 3,5 miljard! Of 400 miljoen, 't is maar hoe je het bekijkt.
lees verder

inhoud:

Het plangebied en het doel van de trajectstudie
Trajectnota
Alternatieven en varianten
Referentiesituatie
Benuttingsalternatief
Uitbreidingsalternatief
Uitbreidingsalternatief: Variant 2x7;
Uitbreidingsalternatief: Variant 2x6;
Uitbreidingsalternatief: Parallelvariant;
Uitbreidingsalternatief: Wisselbaanvariant;
Uitbreidingsalternatief: Doelgroep-Wisselbaanvariant
Meest Milieuvriendelijk Alternatief
Effecten
Verkeer en vervoer
Infrastructuur - Ontwerp en Aanleg
Woon- en leefmilieu
Natuur en landschap
Economie
Ruimtelijke ordening
Aanlegkosten
Natuurcompensatie
Inspraak
Stand van zaken
Bereikbaarheidsofensief randstad (BOR)
Planning - Tracéwet
'Ons' Aquaduct

andere documenten:

commentaar van Guus Kroon

Het plangebied en het doel van de trajectstudie

De directies Noord-Holland en IJsselmeergebied van Rijkswaterstaat voeren de studie uit. Zij zoeken naar oplossingen voor de volgende wegvakken:

de A9 van knoopunt Holendrecht tot en met knooppunt Diemen;
de A1 van knooppunt Diemen tot en met knooppunt Eemnes;
de A6 van knoopunt Muiderberg tot en met de aansluiting Almere Buiten-Oost (S106).
Het PLANGEBIED

Doel van de trajectstudie is het verbeteren van de doorstroming van met name het economisch verkeer, zonder de kwaliteit van de leefomgeving aan te tasten.

De resultaten van de studie worden vastgelegd in een Trajectnota. Op grond hiervan kiest de minister van Verkeer en Waterstaat (V&W) in samenspraak met de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) voor een oplossing.


Trajectnota

Hieronder treft u een tekst aan die gebaserd is op inhoud van de concept Trajectnota CRAAG die in juni 2000 is verschenen. De inhoud wordt momenteel herzien. Op korte termijn, vermoedelijk zomer 2001, volgt een aangepaste tekst.
De volgende onderwerpen komen in de Trajectnota CRAAG aan de orde: De Trajectnota komt naar verwachting in het najaar van 2001 uit. Dan kunt u de nota bestellen of downloaden van de CRAAG-site.


Alternatieven en varianten

Een trajectstudie begint met een Startnotitie. Hierin geeft Rijkswaterstaat onder meer aan welke oplossingen er voor de bereikbaarheidsproblemen zijn. Tijdens de studie kunnen zich nieuwe oplossingen aandienen.

Oplossingen heten in vaktaal alternatieven. Een alternatief kan weer bestaan uit een of meer varianten. Alle alternatieven en varianten worden onderzocht en met elkaar vergeleken. De resultaten worden vastgelegd in een trajectnota.

In de CRAAG-studie zijn vier alternatieven en hun effecten onderzocht:




Referentiesituatie


De Referentiesituatie geeft een beeld van de situatie in 2010, als de overheid geen maatregelen neemt, buiten de maatregelen waar al een besluit over is genomen. De andere alternatieven worden hiermee vergeleken.

Maatregelen waar al een besluit over is genomen zijn bijvoorbeeld uitbreiding en intensivering van het openbaar vervoer, verhoging van de autokosten, invoering van rekeningrijden en uitbreiding van het hoofdwegennet in de regio Schiphol.


Benuttingsalternatief


De gedachte achter deze oplossing is dat het verkeer zoveel mogelijk gebruik maakt van de bestaande wegen. De capaciteit wordt vergroot zonder het asfalt uit te breiden. Dit kan door rijstroken smaller te maken of vluchtstroken tijdens de spitsperioden open te stellen. De huidige wisselstrook wordt verbreed tot een wisselbaan met twee rijstroken. Bij Muiden wordt een tweede - lage - brug aangelegd waarvan het lokale verkeer gebruik kan maken. Ook wordt een mogelijke verbreding van de huidige brug onderzocht.


Uitbreidingsalternatief

Bij het Uitbreidingsalternatief worden de bestaande wegen uitgebreid met extra rijstroken. Er zijn daarvoor meerdere opties: Op basis hiervan zijn vijf varianten uitgewerkt: Bij al deze varianten kan de passage van de Vecht bij Muiden worden uitgevoerd als brug of als aquaduct.


Uitbreidingsalternatief: Variant 2x7


Deze variant is gebaseerd op een uitbreiding voor alle verkeer. De kans op file is niet meer dan 8%. Van Diemen tot knooppunt Muiderberg op de A1 zijn in beide richtingen zeven rijstroken beschikbaar.

Ter hoogte van de Vecht bij Muiden worden alle veertien rijstroken in zuidelijke richting verplaatst en via een aquaduct (curs. muideninfo.nl) onder de Vecht doorgeleid. De noordelijke helft van de bestaande brug over de Vecht komt hierdoor vrij voor lokaal verkeer, de zuidelijke wordt afgebroken.

Andere delen van de weg gaan van twee naar drie rijstroken per richting. Op de A6, vanaf knooppunt Muiderberg tot de aansluiting Almere Stad-West, vindt een uitbreiding plaats van 2x3 naar 2x5 rijstroken.


Uitbreidingsalternatief: Variant 2x6


Deze variant is gebaseerd op uitbreiding voor alle verkeer. Op de meeste wegen worden de files wel opgelost, met uitzondering van het verkeer op de A6 in Flevoland. Daar wordt de filekans 17%. De weg van Diemen naar Muiderberg krijgt 2x6 rijstroken. Als gevolg hiervan is de aansluiting met de A6 bij knooppunt Muiderberg twee rijstroken minder breed dan bij Variant 2x7. De overige wegvakken worden hetzelfde uitgevoerd als bij die variant.



Uitbreidingsalternatief: Parallelvariant


Deze variant heeft als uitgangspunt dat de bestaande infrastructuur zoveel mogelijk intact blijft. De 2x3 extra rijstroken die nodig zijn, worden niet direct naast de bestaande rijbanen aangelegd maar als een nieuwe weg parallel ernaast, en wel aan de zuidzijde van de A1. Hierdoor ontstaat een meer directe verbinding tussen de A6 en de A9. Het verkeer tussen deze wegen hoeft dan ook niet meer over de huidige A1 die dan voor het overige verkeer beschikbaar blijft.


Uitbreidingsalternatief: Wisselbaanvariant


Tussen de knooppunten Diemen en Muiderberg zijn tijdens de drukke uren zeven rijstroken nodig in de spitsrichting. In de tegengestelde richting zijn vier rijstroken voldoende voor een goede doorstroming van het verkeer.

De Wisselbaanvariant heeft daarom in het midden een wisselbaan met drie rijstroken. Daarnaast liggen 2x4 rijstroken. Tijdens de drukke uren worden de drie rijstroken van de wisselbaan voor het verkeer in de spitsrichting opengesteld.


Uitbreidingsalternatief: Doelgroep-wisselbaanvariant


In deze variant bestaat de wisselbaan in het midden uit twee rijstroken die alleen voor bepaalde doelgroepen toegankelijk zijn. Te denken valt aan vrachtverkeer, carpoolers, openbaar vervoer of betalend verkeer. De politiek bepaalt welke doelgroepen van de wisselbaan gebruik mogen maken.

Tijdens de drukke uren krijgt het doelgroepverkeer in de spitsrichting de beschikking over de twee extra rijstroken. Het overige verkeer maakt gebruik van vier rijstroken in beide richtingen.


Meest Milieuvriendelijk Alternatief


Het Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA) is de oplossing die voor het milieu zo gunstig mogelijk is en tegelijkertijd de verkeersproblemen oplost. Het MMA is gebaseerd op de Doelgroep-wisselbaanvariant. Er zijn verschillende extra's aan toegevoegd, zoals een lagere ligging van een gedeelte van de A9, een aquaduct bij rivier de Gaasp, een verdiepte ligging (tunnelbak) in 't Gooi en extra geluidsschermen.


Effecten

In de Trajectnota worden de effecten van de verschillende oplossingen met elkaar vergeleken. De effecten worden bepaald ten opzichte van de Referentiesituatie.
Rijkswaterstaat onderzoekt niet alleen hoe de doorstroming van het verkeer kan worden verbeterd, Verkeer en Vervoer. Zij kijkt ook naar: In deze tabel zijn de eindresultaten van de studie samengevat. De oplossingen zijn met elkaar vergeleken. De beoordeling varieert van +++ voor een zeer belangrijk positief effect tot - - - voor een zeer belangrijk negatief effect. Dit oordeel is gebaseerd op een vergelijking met de situatie in 2010 zoals die in de Referentiesituatie is beschreven.
alternatiefreferentie
situatie
benuttings-
alternatief
Uitbr
2 x 7
Uitbr
2 x 6
Uitbr.
parallel
Uitbr.
Wisselbaan
Uitbr.
Doelgroep
Wisselbaan
MMA
Verkeer en Vervoer00/++0/+++++
Infrastructuur00+++0/+00
Woon- en Leefmilieu000/-0/-0/-0/-0/-0
Natuur en landschap00------
Economie0+++++++++++
Ruimtelijke ordening000/-0/-0/-0/-0/-0/-
Aanlegkosten
Mld. gulden, incl. BTW
n.v.t.0,53,93,72,64,23,15,6
Compensatiekostenn.v.t.n.v.t.0,10,10,10,10,10,2
(tabel 1)


Verkeer en vervoer

Onderzocht is het effect op:

Aantal kilometers door personenauto's
Omdat er meer ruimte komt op de weg zullen er weer meer mensen gebruik maken van de weg. Daardoor neemt bij alle alternatieven het aantal verreden kilometers met personenauto's op de weg iets toe.

Aantal kilometers door vrachtverkeer
Door de capaciteitsuitbreiding van de CRAAG wordt het op korte termijn relatief aantrekkelijker om goederen over de weg te vervoeren dan over spoor of water. Dit heeft als gevolg dat het aantal voertuigkilometers van vrachtverkeer iets zal stijgen. Het effect is voor het Benuttingsalternatief, de uitbreidingsvarianten en het Meest Milieuvriendelijk Alternatief daarom licht negatief in vergelijking met de Referentie-situatie.

Bereikbaarheid
Door de capaciteitsuitbreiding wordt de kans op file kleiner en daarmee de bereikbaarheid beter. Het Benuttingsalternatief scoort licht positief. De uitbreidingsvarianten en het Meest Milieuvriendelijk Alternatief scoren positief ten opzichte van de Referentiesituatie.

Verkeersveiligheid
Omdat het verkeer beter doorstoomt komen er meer auto's op de weg. Daardoor neemt het aantal ongevallen toe. Op de andere wegen in de omgeving van de A9, A1 en A6 wordt het rustiger en daar gebeuren dus minder ongelukken. In totaal neemt het aantal ongevallen iets af en scoren alle alternatieven, behalve het Benuttingsalternatief, positief. Het Benuttingsalternatief scoort licht negatief.


Infrastructuur - Ontwerp en Aanleg

Ontwerp
Alleen het Benuttingsalternatief scoort op dit punt negatief. Dit komt omdat het gebruik van vluchtstroken tot een onduidelijker verkeersbeeld leidt.
De Varianten 2x7, 2x6 en de Parallelvariant kennen geen rijbaan voor een speciale doelgroep. Hierdoor is het verkeersbeeld voor de weggebruiker duidelijker. Met name bij de in- en uitgangen van de doelgroep-wisselbaan ontstaat een onduidelijk verkeersbeeld.

Aanleg
Het Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA) kent de langste bouwtijd, de grootste risico's tijdens de bouw en is moeilijk in gedeeltes aan te leggen. Hierdoor scoort het MMA negatief op dit onderdeel.
Het Benuttingsalternatief is eenvoudiger te realiseren in een korte periode. Er zijn geen grote infrastructurele bouwwerken, waardoor bouwrisico's beperkt blijven.
In de Parallelvariant worden de extra rijstroken naast de bestaande weg gelegd. Hierdoor zullen de weggebruikers tijdens de bouw weinig hinder ondervinden.



Woon- en leefmilieu

Er is onderzocht welke effecten de alternatieven hebben op:

Geluid en trillingen
Op geluid scoren de alternatieven en varianten allemaal positief. Dit komt omdat het plaatsen van geluidschermen in de buurt van woonkernen wettelijk verplicht is als bestaande wegen worden aangepast.
Het Meest Milieuvriendelijk Alternatief scoort het best, wat met name te danken is aan de toepassing van geluidsarm dubbellaags Zeer Open Asfalt Beton (ZOAB) en de verdiepte liggingen in Amsterdam Zuidoost en in 't Gooi.
De andere alternatieven en varianten ontlopen elkaar nauwelijks. Wat trillingen betreft is het onderscheid tussen de varianten heel klein.

Lucht
Alle alternatieven leiden tot een slechtere luchtkwaliteit. De verschillen tussen de alternatieven zijn klein. Bij het Meest Milieuvriendelijk Alternatief en de varianten binnen het Uitbreidingsalternatief is de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen het grootst.

Externe veiligheid
Externe veiligheid is de kans op dodelijke slachtoffers vooral door het vervoer van gevaarlijke stoffen. Op dit onderwerp is weinig verschil tussen de alternatieven. Ter hoogte van Muiden treedt een kleine verbetering op bij het Meest Milieuvriendelijk Alternatief en de varianten van het Uitbreidingsalternatief, omdat de weg verder van het bebouwde gebied af komt te liggen.

Sociale aspecten
Onder sociale aspecten wordt verstaan de algemene beleving van het woon- en leefmilieu. Hier scoort het Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA) het beste. Dit komt voornamelijk omdat de A9 op maaiveldhoogte en verdiept komt te liggen en de A1 in 't Gooi verdiept. Ook is de weg minder breed dan bij de overige uitbreidingsvarianten, vooral tussen knooppunt Diemen en knooppunt Muiderberg. Hierdoor hebben woonmilieu en recreatie minder hinder van deze oplossing.


Natuur en landschap

Onderzocht is welke effecten de oplossingen hebben op:

Bodem en water
De verschillen tussen de alternatieven en varianten op het aspect bodem en water zijn klein. Door de aanleg van aquaducten en tunnels scoren de Uitbreidingsvarianten 2x7 en 2x6, de Wisselbaanvariant en het MMA slechter dan de andere alternatieven en varianten, die deze bouwwerken niet kennen. Bij het Benuttingsalternatief treden geen effecten op in vergelijking met de Referentiesituatie.

Landschap en cultuurhistorie
Hier scoort het Benuttingsalternatief neutraal ten opzichte van de Referentiesituatie. De extra brug over de Vecht wordt wel als een negatief punt gezien. Dit geldt zeker voor de Parallelvariant en Doelgroep-wisselbaanvariant, waarvoor een grotere en bredere brug over de Vecht noodzakelijk is. Ze scoren daarom negatief ten opzichte van de andere varianten binnen het Uitbreidingsalternatief.
Het MMA scoort goed omdat in het MMA de A9 op maaiveldhoogte en verdiept komt te liggen.

Ecologie
Bij het aspect ecologie zijn er duidelijke verschillen tussen de alternatieven, vooral door het ruimtebeslag en de verstoring van broedvogels. Het Meest Milieuvriendelijk Alternatief (MMA) wordt het beste beoordeeld door de aanleg van een extra geluidscherm bij het Naardermeer en een aquaduct bij de Gaasp. Het slechtst scoort de Parallelvariant en de Variant 2x7, vooral door de grote wegbreedte tussen knooppunt Diemen en knooppunt Muiderberg. Hierdoor is niet alleen het ruimtebeslag groot, maar wordt het voor dieren moeilijk de weg over te steken. Het aanleggen van tunnels waardoor dieren de weg kunnen oversteken is niet echt een oplossing omdat de tunnels te lang worden.


Economie

Onderzocht is welke directe en indirecte economische effecten de alternatieven hebben.

Directe effecten
De directe effecten van de oplossingen zijn belangrijk positief. De reistijd neemt af en het verkeer hoeft minder vaak om te rijden. Bovendien neemt de voorspelbaarheid van de reistijd in de CRAAG-regio toe.
Alle alternatieven en varianten laten een aanzienlijke verbetering zien op het wegvak tussen de knooppunten Diemen en Muiderberg op de A1. Dit geldt ook voor het Benuttingsalternatief. Alleen voor het verkeer van en naar Flevoland is bij het Benuttingsalternatief sprake van een kleine verbetering.

Indirecte effecten De indirecte effecten zijn positief voor alle alternatieven. Bedrijven worden voor klanten en personeel beter bereikbaar.



Ruimtelijke ordening

Onderzocht is welke invloed de oplossingen hebben op ruimtelijke plannen in de directe omgeving op het gebied van natuur, recreatie, landbouw en bedrijventerreinen.

De effecten zijn gering. Alle uitbreidingsvarianten en het Meest Milieuvriendelijk Alternatief leiden tot een klein negatief effect ten opzichte van de Referentiesituatie. Dit komt vooral door het verlies aan landbouwgrond en recreatieterreinen in het gebied tussen knooppunt Diemen en knooppunt Muiderberg. Omdat bij het Benuttingsalternatief nauwelijks sprake is van uitbreiding, worden bij deze oplossing geen effecten verwacht.


Aanlegkosten

In de eindtabel van de effecten vindt u de kosten per alternatief. De bedragen in de eindtabel zijn in miljarden nederlandse guldens (inclusief BTW) prijspeil april 1999 uitgedrukt. Het MMA heeft de hoogste en het Benuttingsalternatief de laagste aanleg-kosten. De aanlegkosten bevatten, ondanks de grote zorgvuldigheid bij het opstellen hiervan, een aantal onzekerheden. Zo zijn de aanlegkosten bijvoorbeeld afhankelijk van de kwaliteit van de vrijkomende grond (het opruimen van vervuilde grond is kostbaar) en de prijs van nieuwe (verplichte) aanlegmethoden.


Natuurcompensatie

Compensatie houdt in dat de initiatiefnemer/veroorzaker (RWS dus) bepaalde waarden en gebieden bij aantasting moet compenseren door elders weer nieuwe natuur te ontwikkelen. Bij voorkeur in dezelfde regio. Dit kan door grond aan te kopen en her in te richten maar mogelijk is ook agrarisch natuurbeheer in dit gebied een oplossing.


Inspraak

Voor het ministerie van Verkeer en Waterstaat is een goede besluitvorming over infrastructurele projecten erg belangrijk. Niet alleen de inhoud van de besluiten maar ook de manier waarop de besluiten tot stand komen. Daarom heeft het Ministerie het Inspraakpunt Verkeer en Waterstaat ingesteld. Zij zorgen ervoor dat de inspraakprocedures, die wettelijk in de Tracéwet zijn geregeld, goed en volgens de regels worden uitgevoerd.

U kunt op drie manieren inspreken:

U kunt uw reacties opsturen naar het Inspraakpunt. Als bekend is wanneer de inspraakperiode van start gaat geven wij u hierover meer informatie.

U kunt uw inspraakreactie ook via deze site naar het Inspraakpunt sturen. Bij de start van de inspraakperiode vindt u op deze site een formulier waarmee u uw reactie kunt indienen.

Dit kunt u doen tijdens de hoorzittingen die door het Inspraakpunt tijdens de inspraakperiode worden georganiseerd. U krijgt hierover bericht in uw regionale kranten.


Stand van zaken

In de zomer van 2000 was een eerste versie van de concept-Trajectnota gereed. De reacties op de concept-nota waren voor Rijkswaterstaat aanleiding nieuw onderzoek te verrichten en aanvullende berekeningen uit te voeren. Het is nog niet met zekerheid te zeggen wanneer deze werkzaamheden zijn afgerond.

Rijkswaterstaat doet er nu alles aan om de plannen in het najaar 2001 ter inzage te leggen.

Zodra de definitieve Trajectnota CRAAG gereed is, start de officiële inspraakprocedure. In de Tracéwet is precies vastgelegd hoe deze verloopt en welk tijdschema moet worden aangehouden. Meer hierover bij Inspraak en Tracéwet

De inhoud van de concept-Trajectnota CRAAG kunt u inzien bij Trajectnota. Hier staat de tekst in grote lijnen.



Bereikbaarheidsofensief randstad (BOR)

In het najaar 2000 zijn de kabinetsplannen van minister Netelenbos gelanceerd: het Bereikbaarheidsoffensief Randstad, kortweg 'BOR' genoemd. Het ministerie van Verkeer & Waterstaat had voor het treffen van benutingsmaatregelen op de A1 en A9 (voor een deel ook buiten het CRAAG-gebied) al 670 miljoen gulden gereserveerd. Dat bedrag zou pas in 2008 beschikbaar zijn. Met de BOR-gelden kunnen de plannen eerder gefinancierd worden. Als de minister op basis van de Trajectota CRAAG kiest voor het Benuttingsalternatief, dan kunnen de maatregelen al vanaf 2005 worden uitgevoerd.


Planning - Tracéwet

De besluitvorming over de capaciteitsuitbreiding in het CRAAG gebied verloopt volgens de tracéwetprocedure. Deze procedure bestaat uit een aantal stappen.




En hoe zit het met 'ons' aquaduct?

Muideninfo.nl: Alleen in de 2 x 7 - variant wordt een aquaduct genoemd, maar elders, bij de uitbreidingsalternatieven, wordt dat niet uitgesloten. Omdat de kosten in tabel 1 door RWS genoemd worden, zal men ook een idee over de uitvoering moeten hebben. Muideninfo.nl heeft met het CRAAG-team contact opgenomen om hier duidelijkheid over te krijgen. Het zit zo:
alternatiefreferentie
situatie
benuttings-
alternatief
Uitbr
2 x 7
Uitbr
2 x 6
Uitbr.
parallel
Uitbr.
Wisselbaan
Uitbr.
Doelgroep
Wisselbaan
MMA
Aanlegkosten
Mld. gulden, incl. BTW
n.v.t.0,53,93,72,64,23,15,6
Aquaductn.v.t.neejajaneejaneeja
(tabel 2)

Intussen is echter op verzoek van 'Den Haag' iedere variant met en zonder aquaduct gepresenteerd.
Een aquaduct is circa 300 - 400 Miljoen gulden duurder dan de brug-variant (afhankelijk van de breedte).
Daarom zou de huidige tabel er zo moeten uitzien:
alternatiefreferentie
situatie
benuttings-
alternatief
Uitbr
2 x 7
Uitbr
2 x 6
Uitbr.
parallel
Uitbr.
Wisselbaan
Uitbr.
Doelgroep
Wisselbaan
MMA
Aanlegkosten met aquaduct
Mld. gulden, incl. BTW
n.v.t.n.v.t.3,93,73,04,23,55,6
Aanlegkosten met brug
Mld. gulden, incl. BTW
n.v.t.0,53,53,42,63,83,15,2
(tabel 3)

Muideninfo.nl: Uiteraard heeft 'ons' aquaduct alleen zin voor de lokale Muidense problemen als daardoor de huidige A1 komt te vervallen. Dat betekent dat de parallel-variant in dit opzicht niet zinvol is. Eerder is er sprake van geweest dat een aquaduct ongeveer 400 miljoen zou kosten; dit klopt wel, maar met alleen een aquaduct ben je er niet. Er zullen ook passende wegen naar toe moeten lopen. Uit bovenstaande tabel blijkt dan dat de minimale totale kosten zo'n 3,5 miljard zullen bedragen. Maar, inderdaad, als de CRAAG-plannen toch uitgevoerd worden - en dan niet de parallelvariant, die, denken we, de grootste overige voordelen biedt - kost het 400 miljoen meer. 't Is maar hoe je het bekijkt.

Voordelen parallel-variant:


terug naar het overzicht

U kunt uw bijdrage zenden of opmerkingen kwijt door op de onderstaande envelop te klikken
U belandt dan op ons reactie formulier: