terug naar het overzicht
terug naar alles over het sluipverkeer

Samenvatting Rapport AGV
"Maatregelen tegen Sluipverkeer"

Het onderstaande is een kopie van het eerste hoofdstuk van het rapport van AGV. Verdere details verkrijgt u in het pdf-document. Hier vindt u het commentaar en de analyse van uw webmaster, en, zoals u gewend bent een fraai kaartje om de verkeersstromen inzichtelijker te maken. (U vindt er ook meer dan een dozijn kritische vragen over het rapport, en het kaartje met de verkeersstromen kan alleen nauwkeurig kan zijn na beantwoording van deze vragen).


Aanleiding voor het onderzoek

Op de A1 en de A6 is er voor het knooppunt Muiderberg vrijwel dagelijks filevor-ming, vooral in de ochtendspits.
Een deel van de automobilisten verkiest routes via het onderliggend wegennet, onder andere door de woonkernen van Muiden en Muiderberg om tijdwinst te kunnen boeken. De belangrijkste invalswegen voor het sluipverkeer in de och-tendspits zijn de parallelweg langs de A6 en de Naardervaart. In mindere mate wordt ook de route via de IJsselmeerweg en de Tesselschadelaan door sluipver-keer gebruikt.
De belangrijkste uitvalsweg voor sluipverkeer richting Amsterdam is de aanslui-ting Muiderslot op de A1. De aansluiting Muiden en de Maxisweg worden even-eens veel gebruikt als uitvalswegen in de richting van Amsterdam.
Door het sluipverkeer ontstaat in de Vesting Muiden (en in mindere mate ook in Muiderberg) geluidsoverlast, trilling en een gevoel van verkeersonveiligheid.

In het verleden zijn diverse maatregelen genomen om het sluipverkeer te weren. Op de IJsselmeerweg, de Zuidpolderweg tussen de Mariahoeveweg en de Nooit Gedacht en op de parallelweg langs de A6 zijn inrijverboden ingesteld, op de pa-rallelweg met uitzondering van bestemmingsverkeer. Ook op de Keverdijk in Naarden (in Muiden overgaand in de Naardervaart) geldt in de ochtendspits een inrijverbod. De inrijverboden worden in de praktijk echter veelvuldig overtreden en hebben daardoor weinig effect.
Rijkswaterstaat heeft in 1999 doseerinstallaties (TDI’s) geplaatst bij de toeritten Muiderslot en Muiden op de A1. Sindsdien rijdt een deel van het verkeer vanaf de Mariahoeveweg via de Vesting door naar de aansluiting Muiden en de Maxisweg.

Doel van het onderzoek

De handhaving van de inrijverboden vergt in de praktijk te veel personele inzet van politie en justitie.
Daarom wordt gezocht naar een systeem om het sluipverkeer te weren, waarbij geen of slechts minimaal een inzet wordt gevraagd van de politie voor de hand-having. Voorwaarde is wel, dat inwoners van Muiden en Muiderberg over en weer toe-gang moeten houden tot de voorzieningen in de gemeente, evenals werknemers in de gemeente.

Ook de verkeersveiligheid van fietsers en bromfietsers op de secundaire brug over het Amsterdam-Rijnkanaal (Maxisweg) baart zorgen. Daarom wordt onderzocht of afsluiting van deze brug voor autoverkeer mogelijk en wenselijk is.

Uitkomsten van tellingen en waarnemingen

Uit verkeerstellingen en een kentekenonderzoek blijkt dat op de IJsselmeerweg de hoeveelheid verkeer in ochtendspits minder is dan op grond van landelijke kencijfers verwacht zou mogen (135 voertuigen tussen 07.00 en 09.00 uur ofwel 8% van de etmaalintensiteit). Op deze weg wordt dus in hoge mate verkeer geweerd door het ingestelde inrijverbod.

Op de parallelweg van de A6 en op de Naardervaart daarentegen is de spitsintensiteit fors hoger dan op grond van landelijk kencijfers verwacht mag worden: Op de parallelweg van de A6 en op de Naardervaart hebben de ingestelde inrij-verboden dus weinig effect.
De hoeveelheid verkeer op de Herengracht (1250 voertuigen per etmaal) is in overeenstemming met landelijke uitgangspunten voor wegen met een geringe verkeersfunctie binnen de bebouwde kom (zogenoemde erftoegangswegen met een toelaatbare intensiteit van maximaal ongeveer 2500 voertuigen per etmaal). Wel is de piek in de ochtendspits richting Sluisbrug (350 voertuigen tussen 07.00 en 09.00 uur ofwel ruim 35% van het inrijdende verkeer per etmaal) relatief hoog in vergelijking met landelijke kencijfers.

In de Vesting is de route Naarderstraat – Sluisstraat – Amsterdamsestraat – Weesperweg de verzamel- en distributieroute voor het interne verkeer (dit is het verkeer met herkomst of bestemming in de Vesting) en het sluipverkeer. Dit maakt, dat op de Weesperweg ter hoogte van het Karveel de intensiteit op et-maalbasis (ongeveer 4800 motorvoertuigen per etmaal) fors boven de landelijke norm van 2500 motorvoertuigen per etmaal voor erftoegangswegen ligt. Ook hier is de piek in de ochtendspits relatief hoog.

Uit de kentekenwaarnemingen en de verkeerstellingen op de in- en uitvalswegen en op de Zuidpolderweg blijken de intensiteiten tussen de diverse relaties door de gemeente Muiden in een gemiddelde ochtendspits zoals weergegeven in onder-staande tabel.

Relatietabel intensiteiten tussen 07.00 uur en 09.00 uur
(hier is de tabel van blz. 14 mede overgenomen)
(indicatief aantal motorvoertuigen tussen 07.00 en 09.00 uur)

naar:Muiden VestingA1-MuiderslotA1-Muiden(west)Brug-MaxiswegTotaal:
van:
Muiderberg 19% = 6563% = 2159% = 30 9% = 30100% = 340
A6 via Muiderberg 20% = 20 60% = 6010% = 10 10% = 10100% = 100
A6 via parallelweg 21% = 3064% = 907% = 10 7% =10100% = 140
Naardervaart 19% = 140 64% = 475 9% = 659% = 65 100% = 745
A1 Muiderslot 71% = 50 0% = 029% = 200% = 0100% = 70
totaal:3058401351151395

Uit de tellingen blijkt dat de intensiteit in de ochtendspits op maandag en dinsdag in het algemeen hoger is dan in de rest van de week.

Oplossingsrichtingen

Sluipverkeer kan op diverse manieren worden geweerd:

1. totale afsluiting
Bij een totale afsluiting wordt een wegvak voor alle verkeer afgesloten met bij-voorbeeld verkeersborden en/of paaltjes. Eventueel kunnen (brom)fietsers de af-sluiting passeren en kunnen nood- en hulpdiensten de afsluiting verwijderen. Een totale afsluiting met fysieke middelen is eenvoudig, goedkoop en erg effec-tief, ook zonder politietoezicht. De maatregel is daarentegen wel zeer star en biedt geen mogelijkheid om doelgroepen te laten passeren en daarom minder ge-schikt voor afsluiting van grote gebieden of woonkernen.
Wordt de afsluiting alleen met verkeersborden gerealiseerd, dan kunnen doelgroe-pen zoals bestemmingsverkeer en busverkeer met ontheffing wel passeren, maar is zonder politietoezicht ook misbruik niet uit te sluiten, zoals in de praktijk blijkt in Muiden.

2. selectieve toegangsverlening
Bij selectieve toegang wordt een beweegbare fysieke afsluitingen op de weg aan-gebracht. De afsluiting kan met een kaartlezer of een zend- en ontvangsysteem door ontheffinghouders worden opgeheven en gepasseerd.
Ook dit systemen kan worden voorzien van een tijdvenster waarin het systeem in werking is. Buiten het tijdvenster heeft het verkeer vrije doorgang.
Van groot belang is het te komen tot objectieve en juridisch sluitende criteria voor de doelgroepen die voor een ontheffing in aanmerking komen. In de praktijk blijkt het opzetten van het ontheffingenreglement een lange en ingewikkelde procedure vergt en dat de uitgifte van ontheffingen erg arbeidsintensief is.
Met een goed ontheffingenbeleid is selectieve toegangverlening zeer effectief. Het voordeel ten opzichte van een totale afsluiting is dat het herkomst- en be-stemmingsverkeer nagenoeg geen last geeft van de maatregel (mits in het bezit van een ontheffing).

3. doseersysteem
Bij een doseersysteem wordt met behulp van een beweegbare afsluiting (paal) druppelsgewijs verkeer toegelaten. Hierbij loopt het verkeer een instelbare vertra-ging op, waardoor het verkeer waar mogelijk een andere route zal kiezen, bij voorkeur de A1 en de A6.
Desgewenst kan het doseersysteem worden voorzien van een tijdvenster waarin het in werking is. Buiten het tijdvenster heeft het verkeer vrije doorgang. Een doseersysteem is relatief eenvoudig te realiseren en de effectiviteit is in het algemeen ongeveer even groot als van een selectief toegangssysteem, afhankelijk van de ingestelde doseertijd. Bij een doseersysteem wordt echter geen onder-scheid gemaakt naar doelgroepen, dus zowel sluipverkeer als ook herkomst- en bestemmingsverkeer heeft ‘last’ van de maatregel.

Snelheidsremmende maatregelen
De mate waarin snelheidsremmende maatregelen van invloed kunnen zijn op het sluipverkeer is afhankelijk van de plaatselijke situatie. In de Vesting is de snelheid al laag en is het traject zodanig kort, dat aanvullende snelheidsremmende maatre-gelen weinig invloed zullen hebben op de hoeveelheid sluipverkeer. In Muiderberg zal het effect van snelheidsremmende maatregelen op de omvang van het sluip-verkeer groter zijn, te meer daar ook een vlotte en comfortabele route via de pa-rallelweg van de A6 beschikbaar is. De omvang van het effect is vooraf niet te kwantificeren.

Aanbevelingen

Maatregelen tegen sluipverkeer
In de specifieke Muidense situatie gaat de voorkeur uit naar de toepassing van doseersystemen op grond van de volgende overwegingen: Daarbij zijn er diverse opties, zoals: Voor de Vesting zijn de genoemde maatregelen ongeveer even effectief.
Bij de laatste oplossing kunnen inwoners van Muiderberg in de ochtendspits vrij naar de Vesting blijven rijden, de kosten zijn echter het hoogst.

Aanbevolen wordt:
a) op de Zuidpolderweg een doseerinstallatie te plaatsen (bestemmingsverkeer voor de Vesting behoud toegang, zij het met vertraging);
b) op de Herengracht een inrijverbod in te stellen vanaf de Mariahoeveweg.

Gelet op de intensiteiten van het in- en uitgaande verkeer is plaatsing van één installatie per wegdoorsnede voldoende, met een verkeerslichtenregeling voor beide rijrichtingen. De installaties dienen in beginsel in werking te zijn tussen 07.00 en 09.00 uur.

Het verlenen van (gedoseerde) doorgang is strijdig met de thans geldende inrijver-boden. Tegelijkertijd met de installatie van de doseersystemen dienen daarom de het bestaande inrijverboden op de betreffende wegvakken met een verkeersbe-sluit te worden ingetrokken.

Maatregelen Maxisweg
De verkeersintensiteit op de Maxisweg en op de secundaire brug over het Amsterdam- Rijnkanaal in het bijzonder kan door maatregelen tegen sluipverkeer ten oosten van de Vesting Muiden tussen 07.00 en 09.00 uur met ongeveer 85 à 115 motorvoertuigen (25 à 35%) worden gereduceerd. De intensiteit bedraagt dan gemiddeld in de ochtendspits minder dan 250 motorvoertuigen in twee uur. Dit is aanzienlijk lager dan landelijke intensiteitscriteria voor de laagste wegcategorie buiten de bebouwde kom.
Aanbevolen wordt daarom de verkeersveiligheid te verhogen door een snelheidsbeperking van 60 km/uur in te stellen en dienovereenkomstige snelheidsremmen-de maatregelen te nemen.
Op de brug over het Amsterdam-Rijnkanaal wordt aanbevolen nader te onderzoeken of het fietsverkeer fysiek van het autoverkeer gescheiden kan worden door de aanleg van een fietsstrook met een verkeersregeling voor auto- en busverkeer uit beide richtingen. Busverkeer dient met hoge prioriteit afgehandeld te worden.
terug naar het overzicht
terug naar alles over het sluipverkeer

U kunt uw bijdrage zenden of opmerkingen kwijt door op de onderstaande envelop te klikken
U belandt dan op ons reactie formulier: