Meten is weten, dus gaan te voertuigen tellen om het effect van de sluipverkeer maatregelen te meten.
Dit is het voorstel van AGV voor deze 'monitoring':
INLEIDING
In 1999 en 2000 heeft AGV Adviesgroep voor verkeer en vervoer onderzoek verricht naar het sluipverkeer door de gemeente Muiden. Dit sluipverkeer wordt veroorzaakt door congestie (voorA1 in de ochtendspits) op de A6 en de A1 ter hoogte van het knooppunt Muiderberg.
Op basis van de aanbevelingen uit het onderzoek en de uitkomsten van de brede inspraak die heeft plaats gevonden omtrent maatregelen om het sluipverkeer te weren, heeft de gemeenteraad van Muiden in juli 2001 een besluit genomen voor plaatsing van een doseerinstallatie op de Naardervaart.
Uitgangspunt daarbij is geweest, dat de gemeente Naarden op de lJsselmeerweg een bussluis aanbrengt. De combinatie van bussluis en doseerinstallatie maakt de sluiproutes vanuit Naarden door Muiden onaantrekkelijk. Sluipen vanaf de A6 via Muiderberg en Muiden naar de A1 blijft mogelijk.
De vermindering van het sluipverkeer vanuit Naarden leidt tot een afname van de verkeersdruk op de aansluiting 'Muiderslot' op de A1.
Daardoor zal naar verwachting enerzijds de verkeersintensiteit in de Vesting (verkeer dat nu doorrijdt naar de aansluiting 'Muiden') ook afnemen. Anderzijds kan het leiden tot een toename van het sluipverkeer vanaf de A6 (via de parallelweg van de A6 of via de kern van Muiderberg).
Daarnaast blijft in theorie ook de mogelijkheid open om vanuit Naarden via de Overscheenseweg te sluipen, een route die door het krappe profiel op voorhand niet aantrekkelijk lijkt voor het verkeer.
Om de effecten van de sluipmaatregelen vast te kunnen stellen heeft de gemeenteraad aan het besluit tot plaatsing van de doseerinstallatie op de Naardervaart de voorwaarde verbonden, dat de ontwikkeling van de verkeersintensiteiten door de gemeente Muiden wordt gevolgd.
In deze notitie wordt daartoe een voorstel beschreven.
VELDWERK
AGV stelt voor op alle invalswegen vanuit Naarden en vanaf de A6 periodiek de verkeersintensiteit te meten.
Aangezien het in de spitsen voornamelijk personenautoverkeer betreft kan worden volstaan met een eenvoudige telling, zonder onderscheid te maken in voertuigsoorten (licht, middel, zwaar).
De metingen worden verricht op de volgende de routes en locaties waarop effecten verwacht mogen worden, te weten:
1. Naardervaart;
2. lJsselmeerweg tussen aansluiting A6 en de Nienhuis Ruyskade;
3. Overscheenseweg/Meerkade/De Goog;
4. parallelweg A6;
5. Zuidpolderweg tussen Mariahoeveweg en oostelijke Nooit Gedacht;
6. Herengracht tussen Mariahoeveweg en Keetpoortbrug;
Om een representatief beeld te verkrijgen dient de meting twee weken aaneengesloten te worden uitgevoerd.
De metingen worden op twee verschillende manieren uitgevoerd:
- met behulp van een telprogramma in de doseerinstallatie op de Naardervaart, waarbij de gemeente de telgegevens aan AGV beschikbaar stelt Met een dergelijk telprogramma is in de kostenraming voor de doseerinstallatie rekening gehouden;
- op overige locaties door middel van telsiangen.
De metingen worden gedurende drie perioden uitgevoerd.
- Om het huidige verkeersbeeld te kunnen vaststellen dient eerst een 0-meting uitgevoerd te worden, De ontwikkeling van de intensiteiten na genomen maatregelen kan dan steeds gerelateerd worden aan de huidige situatie. Wij stellen voor om de 0-meting in het voorjaar van 2002 uit te voeren, voordat de maatregelen worden uitgevoerd en buiten vakantieperioden.
- Wij stellen voor om een eerste effectmeting uit te voeren ongeveer een 4 maanden na de uitvoering van de maatregelen, naar verwachting in het najaar van 2002 en in ieder geval buiten vakantieperioden.
- Om een goed beeld te verkrijgen van de effecten op langere termijn (de 'robuustheid' van de maatregelen) stellen wij voor een jaar na de ingebruikname (naar verwachting voorjaar 2003) een 2e effectmeting uit te voeren.
De meetperioden beslaan steeds twee kalenderweken.
RAPPORTAGE
AGV zal de meetgegevens uit de doseerinstallatie bewerken en een overzicht opstellen. Voor het uitvoeren van de tellingen met de telslangen wordt DINAF ingehuurd. Dit bedrijf heeft in 1999 eveneens de tellingen uitgevoerd. DINAF stelt eveneens overzichten samen van de metingen.
AGV zal de meetresultaten analyseren en een beknopte rapportage opstellen. Daarin wordt een beeld gegeven van de intensiteiten in de huidige situatie, toe- en afnames van de intensiteiten op de routes ten opzichte van de huidige situatie, zowel gemiddeld over de werkdagen als ook in de ochtendspitsen (07.00 - 09.00 uur).
De overzichten van DINAF worden ter beschikking gesteld aan de opdrachtgever.
KOSTEN
Voor bovenstaand onderzoek ramen wij de kosten op circa f 12.500,-- per onderzoeksperiode van 2 weken (prijsniveau 2001 en exclusief BTW). Deze kosten zijn samengesteld uit:
- f 10.600,-- voor uitvoering van het veldwerk 0-meting (huur, installatie en controle van telapparatuur op 6 locaties);
- f 10.000,-- voor uitvoering van het veldwerk van eerste effectmeting en tweede effectmeting (huur, installatie en controle van telapparatuur op 5 locaties);
- f 2.500,-- voor begeleiding van DINAF door AGV, verwerken van de gegevens van de doseerinstallatie en opstellen van een beknopte rapportage.
