terug naar het overzicht
terug naar "Muiden Veilig?"

Explosiegevaar Kruitfabriek al langer bekend

Uit Trouw, van 28 februari 2001

door George Marlet

MUIDEN - De overheid wist al in 1973 dat zogenaamd licht kruit tot een verwoestende kettingreactie kan leiden. Aanbevelingen voor nader onderzoek zijn echter blijven liggen.

Ook gebeurde niets met het advies van een zware interdepartementale commissie om de veiligheidsafstand tot woonhuizen fors te vergroten. Opslag- en productieruimten van kruit zouden honderden meters van woningen en andere gebouwen verwijderd moeten staan, zodat bij een ontploffing de schade beperkt blijft tot ‘geringe glasschade’. De commissie, waarin liefst zeven ministeries vertegenwoordigd, kwam begin 1973 met deze aanbevelingen na diverse explosies bij de kruitfabriek in Muiden. Dat blijkt uit archiefstukken die zijn vrijgegeven door de gemeente Muiden.

Na de vuurwerkramp in Enschede werd vorig najaar bekend dat de rijksoverheid negen jaar lang niets had gedaan met vergelijkbare aanbevelingen naar aanleiding van de explosie van een vuurwerkfabriek in Culemborg. De commissie-Oosting zal daarover vandaag een kritisch oordeel vellen. Het spoor blijkt echter nog veel verder in de tijd terug te gaan en daar -evenals na Culemborgt. weer abrupt op te houden. Bij de kruitfabriek in Muiden deden zich in 1963 en 1966 explosies voor die veel schade aan huizen en gebouwen veroorzaakten. Eind 1972 kwamen bij een nieuwe explosie twee werknemers om het leven. In de plaats Muiden werden 350 huizen en gebouwen beschadigd. Dit ongeluk was voor de commissie aanleiding om strengere normen voor te stellen.
De afstand tussen fabriek en bebouwing zou vijfmaal de Navo-veiligheidsafstand moeten bedragen. Eind jaren zestig dacht de commissie nog over tweeënhalf keer zoveel, maar na de explosie van eind 1972 zat de schrik er ook bij de ambtenaren goed in.
De Navo-veiligheidsafstand is een norm die het ministerie van defensie nog steeds gebruikt om de minimaal veilige afstand te bepalen van opslagruimten van explosieven, munitie en vuurwerk tot de woonbebouwing. Hoe kwetsbaarder de bebouwing, bijvoorbeeld een ziekenhuis, hoe groter de afstand. Voor tienduizend kilo van de zwaarste categorie explosieve stof hanteert de Navo een veiligheidsafstand van minimaal vijfhonderd meter. De interdepartementale commissie wilde begin 1973 aanzienlijk strenger zijn, zodat ‘ook in de voorste linie van de bebouwing een veilig en onbedreigd woongenot moet kunnen gelden’.
Zoals bekend stond in Enschede de vuurwerkopslag SE Fireworks middenin een woonwijk, met de dichtstbijzijnde huizen op zo’n veertig meter afstand. Het ministerie van defensie adviseerde ook over dit bedrijf, maar maakte daarbij geen gebruik van de al jaren bekende inzichten.
De commissie stelde in 1973 ook vast dat buskruit heftiger reageerde dan volgens de indeling in gevarenklassen was te verwachten. Bij de explosie op 8 december 1972 ging zogeheten jachtkruit de lucht in, dat theoretisch alleen zou kunnen branden en daarom tot de betrekkelijk lichte gevarenklasse 2 (tegenwoordig klasse 1.3) behoorde.
In de praktijk bleek het kruit wel degelijk te kunnen ontploffen en tot een zogeheten massa-detonatie te leiden. Daarbij ontstaat een schokgolf met supersone snelheid die ook zware gebouwen omver duwt. Zo’n door kruit veroorzaakte massadetonatie heeft zich later ook in Culemborg en Enschede voorgedaan, ten koste van respectievelijk twee en 22 mensenlevens.
De letselschade-advocaten die de overheid voor de rechter hebben gedaagd, zien in de gang van zaken rond ‘Muiden’ een bevestiging van de langjarige nalatigheid van de overheid. "Het is hetzelfde patroon als in Culemborg en Enschede: de overheid doet blijkbaar niet aan overdracht of archivering. Elke keer moet het wiel opnieuw worden uitgevonden", aldus advocaat M. de Witte. De advocaten proberen de overheid aansprakelijk te stellen voor letselschade als gevolg van de vuurwerkramp.
De rechter-commissaris heeft in december vorig jaar al minister Pronk en ambtenaren van ministeries en de gemeente Enschede in het openbaar verhoord. Eind maart moeten burgemeester Mans en wethouder Koopmans voor de rechter-commissaris verschijnen.