terug naar alles over het knsf-terrein

NATUURINVENTARISATIE:

KNSF plannen op gespannen voet met regelgeving natuur.

Voorkoming kap en plannen in huidige vorm op grond habitatrichtlijn en flora- en faunawet waarschijnlijk

(Klik hier voor de uitgebreide en printvriendelijke pdf-versie - 172 kb)

KNSF heeft een jaar geleden een onderzoek laten verrichten naar de flora en fauna op haar terrein. En vertikt het – tot dusverre - vervolgens de resultaten bekend te maken. Met goede reden – als het eigenbelang van KNSF zo genoemd mag worden. Uit deze inventarisatie van de soorten rijkdom op het terrein blijkt namelijk dat er nogal wat soorten voor te komen die onder de habitat richtlijn of onder de flora- en faunawet vallen. Toen KNSF een kapvergunning aanvroeg, moest zij wel met deze wetenschap naar buiten komen. Voor al deze soorten in ontheffing in het kader van deze richtlijnen en wetten nodig, die verleend kan worden door het ministerie van LNV (Landbouw, Natuur, en Voedselveiligheid). Maar deze ontheffing wordt niet zomaar gegeven. Het ministerie beoordeelt onder meer in het kader van de Flora en Faunawet:
  • Het desbetreffende projectplan;
  • een actuele inventarisatie naar het voorkomen van beschermde dier- en plantensoorten in het plangebied
  • een beschrijving van de te verwachten schade voor de in de aanvraag vermelde soorten;
  • een beschrijving hoe de schade aan de beschermde soorten tot een minimum kan worden beperkt;
  • een beschrijving van voorgenomen mitigerende en/of compenserende maatregelen indien schade onvermijdelijk is;
  • onderbouwing van de keuze voor de geplande locatie en onderzoek naar alternatieve locaties.

Voor soorten die voorkomen op bijlage IV van de Habitatrichtlijn moet er ook nog een diepgaande onderbouwing van het maatschappelijk belang van de voorgenomen activiteit, gepaard gaande met een toelichting op de afweging van de voorgenomen activiteit en, heel belangrijk, een onderbouwing van de keuze voor de geplande locatie van de voorgenomen activiteit en onderzoek naar alternatieve locaties.

Dat laatste houdt in dat bijvoorbeeld het Plan van de PvdA/Vechtplassencommissie, dat immers meer natuur spaart op het KNSF-terrein, bekeken moet zijn in de m.e.r., en afgewogen door GS. Mocht de keuze dan toch op het KNSF-plan vallen, dan zijn er nogal wat problemen met de milieuactivisten te verwachten. Via de rechter zullen de plannen jarenlange vertragingen oplopen, en is het heel goed mogelijk dat ze helemaal niet door kunnen gaan.

(Verderop in de pdf-versie van dit artikel wordt uitgebreid ingegaan op het Beschermingskader, de Flora en Faunawet, Rode Lijst en Habitatrichtlijn).

Planten

De volgende planten op het KNSF-terrein zijn beschermd in het kader van de Flora- en Faunawet:
Gewone dotterbloem, Zwanenbloem, Rietorchis
De volgende planten op het KNSF-terrein staan op de Rode Lijst:
Krabbenscheer (“gevoelig”) en Veldgerst (“gevoelig”)

Vissen

De volgende vissen op het KNSF-terrein staan op de Rode Lijst:
Paling (“gevoelig”) en Kroeskarper (“kwetsbaar”)
De volgende vis op het KNSF-terrein beschermd in het kader van de Flora- en Faunawet, én de Habitatrichtlijn, bijlage II :
Kleine Modderkruiper

Amfibieën:


Rugstreeppad
De volgende amfibieën op het KNSF-terrein zijn beschermd in het kader van de Flora- en Faunawet:
  • Rugstreeppad
  • Middelste groene kikker
  • Meerkikker
  • Bruine kikker
  • Kleine watersalamander
De Rugstreeppad is bovendien beschermd in het kader van de Habitatrichtlijn, bijlage IV, de andere soorten, behalve de kleine watersalamander zijn beschermd in het kader van de Habitatrichtlijn, bijlage V.

Reptielen:

De ringslang is beschermd in het kader van de Flora- en Faunawet en staat als “kwetsbaar” op de Rode Lijst.

Vogels:

Alle aangetroffen vogels (49 soorten, waar onder de ijsvogel en de spotvogel) zijn beschermd in het kader van de Flora- en Faunawet. Bovendien zijn de staat de Ijsvogel als “bedreigd” en de rietzanger als “kwetsbaar” op de Rode Lijst.

Zoogdieren:

De watervleermuis, Meervleermuis, Ruige dwergvleermuis, Gewone dwergvleermuis, Rosse vleermuis, Laatvlieger, Gewone grootoorvleermuis zijn soorten die beschermd zijn in het kader van de Flora- en Faunawet én de Habitatrichtlijn, bijlage IV. De Meervleermuis ook in bijlage II. Verder komen de Huisspitsmuis, Bosspitsmuis, Dwergspitsmuis, waterspitsmuis, Rosse woelmuis, Woelrat, Aardmuis, Bosmuis, Wezel, Egel, Mol, Haas en Vos voor, die allen die beschermd zijn in het kader van de Flora- en Faunawet. De Waterspitsmuis staat ook als “kwetsbaar” op de Rode Lijst.

Samenvattend: er vallen 80 soorten onder de Flora- en faunawet, er staan er 8 op de Rode Lijst, en 12 soorten worden beschermd door de Habitatrichtlijn.

Het rapport van Van der Goes en Groot geeft een gedetailleerd overzicht per soort. U kunt het rapport inzien, en kopiëren bij de gemeente Muiden. Ook komen er minstens 53 soorten paddestoelen voor, waarvan er minstens twee op de Rode Lijst staan. Verscheidene andere aangetroffen soorten zijn zeldzaam.

Waargenomen soorten rond het KNSF terrein.

Bovenstaande soortenrijkdom heeft de natuurbeschermers allerminst verbaasd. Uit een inventarisatie van de soorten rijkdom rond het terrein blijkt namelijk dat er nogal wat soorten voor te komen die onder de habitat richtlijn of onder de flora- en faunawet vallen.

Onderstaand overzicht omvat soorten die rond of op het KNSF terrein voorkomen. De waarnemingen van de Dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente Amsterdam (afgekort DRO) zijn gedaan in het hele gebied behalve het Kruitbos zelf. Deze waarnemingen zijn van (ongeveer) 1990 tot 2003 gedaan.
De kolom bijzonderheden is ingevuld indien er over de waarnemingen iets bijzonders te melden valt. Zo zijn er verschillende bos bewonende soorten aan de rand van het Kruitbos waargenomen. Met betrekking tot vogels is bekend dat ze ook in het Kruitbos broeden. Dat geldt met name voor de Buizerd. Van veel andere vogelsoorten is dit ook vrij duidelijk, want die zingen zo luid dat je dat aan de rand van het bos goed hoort. Als het bos goed geďnventariseerd zou worden zal men waarschijnlijk nog voor verrassingen komen te staan.

Als het gaat om vleermuizen is hiermee niet aangetoond dat er slaapplaatsen en/of kraamkolonies. Ze kunnen er ook gewoon alleen maar voorkomen. KNSF heeft echter – bij de sloopaanvraag - zelf toegegeven dat er dwergvleermuizen huizen in hun gebouwen. Van de boombewonende soorten zoals de watervleermuis en de rosse vleermuis is het wel heel merkwaardig dat deze juist hier rondvliegen, terwijl de dichtstbijzijnde bekende slaapplaatsen in het Gooi liggen.
Het rapport dat KNSF door het Ecologisch onderzoeks- en adviesbureau Van der Goes en Groot liet opstellen heeft duidelijkheid verschaft – voor diegene die de moeite nemen het rapport op het gemeentehuis in te zien en op te vragen. Overigens komen ook in de Bloemendalerpolder nogal wat beschermde soorten voor: maar dat weten we allang, omdat dit rapport zonder enige restrictie onder de belangstellenden werd verdeeld. Op de website van Van der Goes en Groot blijkt dat al hun rapporten gewoon te verkrijgen zijn, behalve die ene die in opdracht van KNSF vervaardigd werd. KNSF denkt door publicatie van haar 'openbare rapport' te verbieden haar belangen te beschermen.

De Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging heeft al aan de Provincie laten weten in dat geval een onafhankelijk onderzoek te verlangen. Uit hun projectbeschrijving: “Aandacht wordt besteed aan het voorkomen van beschermde flora, broedvogels, beschermde vissen, amfibieën en de Ringslang. De verzamelde gegevens zijn nodig bij het opstellen van een MER waarin de effecten van enige ruimtelijke alternatieven op het woon- en leefmilieu zullen worden onderzocht”.

In de uitgebreide pdf-versie van dit artikel volgt nu een tabel met aangetroffen soorten, en wordt uitgebreid ingegaan op het Beschermingskader, de Flora en Faunawet, Rode Lijst en Habitatrichtlijn.


terug naar het overzicht

U kunt uw bijdrage zenden of opmerkingen kwijt door op de onderstaande envelop te klikken
U belandt dan op ons reactie formulier: